Page 42 - Waterfront 28 Meppel
P. 42

TECHNISCHE OMSCHRIJVING
BUITENRUIMTE
PEIL
Als peil wordt aangehouden de bovenkant van de dekvloer van de begane grondvloer van de woning. De hoogte van dit peil ten opzichte van NAP wordt door de gemeente bepaald. De rooilijnen zullen worden aangegeven bij de oplevering van de woningen. De hoogte van de tuin zal, vanaf waar deze tegen de gevel van de woning aansluit, aflopen naar de erfgrenzen.
GRONDWERK
De nodige graafwerkzaamheden zullen worden verricht voor de bouwput, rioleringen, nutsvoorzieningen en bestratingen. Uitkomend zand wordt gebruikt voor aanvullingen. De kruipruimte krijgt een bodemafsluiting van zand, onder bestratingen wordt straatzand aangebracht en de tuinen worden ca. 5 tot 20 cm onder afgewerkte vloer geëgaliseerd met uitkomende grond.
BUITENRIOLERING
De buitenriolering bestaat uit een gescheiden rioleringsstelsel, waarbij het vuilwater en het hemel­ water (regenwater) van de woning gescheiden wordt afgevoerd. Het vuilwater wordt via de binnen­ en buitenriolering op het gemeentelijk riool aangesloten. Het hemelwater van daken en bergingen worden middels infiltratiekratten op het gezamenlijke terrein geïnfiltreerd. De infiltratiekratten bevinden zich op geringe diepte onder het maaiveld. Dit heeft invloed op beplanting en belasting. Belasting van (zwaar) materiaal en/of materieel dient vermeden te worden. Bij het aanbrengen van extra terreinverharding dient u rekening te houden met de infiltratie op eigen terrein.
BESTRATING
De bestrating van de het gezamenlijk parkeerterrein
en gezamenlijk achterpaden worden uitgevoerd in klinkerbestrating, positie conform de situatietekening. De bestrating op eigen terrein (zoals paden naar de voordeuren buitenbergingen) worden niet aangebracht.
TERREIN EN BEPLANTING
Het gezamenlijk terrein wordt voorzien van groen­ beplating conform het opgestelde groenplan.
De onbebouwde hoekpunten worden bij oplevering aangegeven door middel van paaltjes. Het hele plangebied met het parkeerterrein, groen en achterpaden wordt mandelig terrein, hier worden op nader te bepalen posities een aantal lichtpunten geplaatst.
BUITENBERGINGEN
De buitenberging is een (half)vrijstaande houten buitenberging in de achtertuin. De vloer is een prefab betonvloer op zand (zonder cementdekvloer). De wanden zijn van stijl­ en regelwerk met houten gevelbekleding van verduurzaamd hout. Het dak is een ongeïsoleerde platdakconstructie en wordt opgebouwd uit een houten balklaag, waarop plaatmateriaal en dakbedekking wordt aangebracht.
De toegangsdeur is uitgevoerd als hardhouten deur met een hoge borstwering. De beglazing in de bergingsdeur wordt voorzien van enkelvoudig glas. De buitenbergingen worden niet verwarmd en op natuurlijke wijze geventileerd.
RUWBOUW
FUNDERING
De fundering van de woning wordt uitgevoerd als een paalfundering. Onder de woning is een kruipruimte die te bereiken is door een geïsoleerd inspectieluik in de entree.
Bij hoge grondwaterstand kan het voorkomen dat er tijdelijk water in de kruipruimte staat.
GEVELS EN WANDEN
De gevels van de woning worden opgemetseld in gevelsteen. In het gevelmetselwerk worden open stootvoegen aangebracht ten behoeve van de ventilatie en de afwatering. Ook wordt het gevel­ metselwerk op nader te bepalen plaatsen gedilateerd, voor de eventuele werking van het metselwerk. Het voegwerk wordt plat vol uitgevoerd.
Het binnenspouwblad en de woningscheidende wanden worden uitgevoerd in kalkzandsteen of prefab beton. In de spouw wordt een isolatieplaat toegepast. De geïsoleerde spouw heeft een gemiddelde Rc­waarde van minimaal 5,0 m2K/W.
De niet­dragende binnenwanden worden uitgevoerd als lichte scheidingswanden.
Onder de kozijnen wordt aan de buitenzijde een lekdorpel in de kleur van het kozijn aangebracht, met uitzondering van de kozijnen die op peil staan en de kozijnen die een pui vormen met het onderliggende kozijn.
VLOEREN
De begane grondvloer wordt uitgevoerd als een betonnen geïsoleerde systeemvloer, met een gemiddelde Rc­waarde van minimaal 4,2 m2K/W. De verdiepingsvloer wordt uitgevoerd in een betonnen systeemvloer met V­naden aan de onderzijde.
DAKEN
De uitvoering van het platte dak van de woning bestaat uit een betonnen systeemvloer met isolatie en dakbedekking, met een gemiddelde isolatiewaarde van minimaal 6,5 m2K/W. Rondom worden de platte daken afwerken met een aluminium daktrim.
KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN
Alle buitenkozijnen, ramen en deuren van de woning worden uitgevoerd in kunststof. De deurkozijnen, die tot het peil doorlopen, worden uitgevoerd met kunststeen of kunststof onderdorpels. De beweegbare delen in de buitenkozijnen van de verblijfsgebieden worden voorzien van tochtprofielen. Aan de buitenzijde van de franse balkons worden stalen hekwerken
aangebracht. De voordeur is een vlakke deur met een brievensleuf. De dubbele achterdeuren van de woning zijn deuren met lage borstwering.
AFBOUW
BINNENDEUREN EN -KOZIJNEN
De binnendeurkozijnen in de woning zijn fabrieksmatig afgelakte metalen kozijnen in de kleur wit. De binnendeurkozijnen zijn met een bovenlicht voorzien van glas, met uitzondering van het kozijn van de meterkast, deze wordt voorzien van een dicht paneel.
De binnendeuren zijn fabrieksmatig afgelakte vlakke deuren met opdeksponning in de kleur wit (eventuele beschadigingen aan de stalen binnendeurkozijnen en binnendeuren worden handmatig bijgewerkt en kunnen iets zichtbaar blijven).
HANG EN SLUITWERK
De buitenkozijnen worden voorzien van hang­ en sluitwerk volgens de eisen van inbraakwerendheids­ klasse 2. De buitendeuren worden voorzien van gelijksluitende cilindersloten, die met 1 sleutel te bedienen zijn.
De binnendeuren worden standaard voorzien van loopsloten, de toilet­ en badkamerdeur krijgen vrij/ bezetsloten en de meterkast krijgt een kastslot. Allen voorzien van bijpassend aluminium garnituur.
BEGLAZING
De glasopeningen van de buitenkozijnen, ramen en deuren worden voorzien van isolerende HR­beglazing.
TRAPPEN EN HEKWERKEN
De trappen zijn van vurenhout. De trap op de begane grond is een dichte uitvoering en op de verdieping is de vaste trap een open uitvoering. Langs de open zijde van de trap wordt een hekwerk aangebracht en langs de muurzijde een leuning op leuningdragers.
AFWERKINGEN VLOEREN
De vloeren op de begane grond, eerste en tweede verdieping worden voorzien van een cementdekvloer van circa 7 cm dik.
AFWERKING WANDEN
Alle wanden in de woning worden behangklaar afgewerkt. De badkamer wordt tot het plafond voorzien van tegelwerk, het toilet heeft tegelwerk tot 120 cm hoog vanaf de vloer.
AFWERKING PLAFONDS
Op de vlakke plafonds in de gehele woning, met uitzondering van de meterkast, wordt spackspuitwerk aangebracht. De V­naden van de betonvloeren blijven in het zicht.
NATUUR- EN KUNSTSTEEN
Bij de deuropeningen van de toilet en de badkamer wordt een kunststeen dorpel aangebracht.
40 WATERFRONT 28 - MEPPEL














































   40   41   42   43   44